Eisen 1e Ster

Wilhelmus

Opzeggen of zingen van het eerste couplet van het Wilhelmus:

Wilhelmus van Nassau

Ben ik van Duitsen bloed

Mijn vaderland getrouwe

Blijf ik tot in den dood

Een prinse van Oranje

Ben ik vrij onverveerd

De Koning van Hispanje

Heb ik altijd geëeerd

Kompas (8 windrichtingen)

Tekenen van de roos van het kompas met daarin acht windrichtingen:

Kopje duikelen 

Eén maal kopje duikelen. Koprol of judorol voldoet ook.

Bokje springen

Maak een goede bok en laat een andere welp springen. Stel de hoogte af op de andere welp. Spring daarna over de bok die door een andere welp wordt gemaakt.

Touwtje springen (10x)

Tien maal touwtje springen. Voorwaarts óf achterwaarts.

Bal gooien / vangen

Bal bovenhands en onderhands goed aangooien over een afstand van tien meter. Bal goed kunnen vangen wanneer bal zowel bovenhands als onderhands wordt aangegooid. Beide activiteiten met zowel een tennisbal als met een voetbal kunnen beheersen.

Acht hinkelen

Zowel op het rechter- als op het linkerbeen de vorm van een acht kunnen hinkelen over een lengte van ongeveer tien meter.

Veters strikken

Veters strikken van de eigen schoen.

Platte knoop

Leg de platte knoop. 

Mastworp

Leg de mastworp 

Welpenwet

Foutloos opzeggen van de welpenwet en reflecteren op wat je precies zegt.

Een Welp speelt samen

met anderen in de Rimboe.

Hij is eerlijk, vriendelijk,

houdt vol

en zorgt goed voor de natuur.

Verkeersregels

Ken de verkeersregels die gelden voor de voetganger of fietser. Weten wat verkeersborden en wegstrepen betekenen. Voorrangsregels kennen. Een verkeersdiploma van school voldoet ook.

Met boeken lopen

Loop 100 meter met meerdere boeken op je hoofd.

Voorwerp maken (crea)

Creatief voorwerp maken van knutselmateriaal. Denk aan figuurzaagwerk, een poppekastpop of knip- en plakwerk.

Klokkijken

Lees de tijd op een digitale en analoge klok.

Lichamelijke verzorging

Weten wat lichamelijke verzorging is.

Handen wassen, nagels knippen en tanden poetsen.

Wat zijn de basale levensbehoeften: rust, reinheid en regelmaat.

Dus: slapen,wassen en eten.

Weten wat de maaltijdschijf is en waaruit deze bestaat:

Vlees en zuivel / groente en fruit / vet en boter / brood en aardappelen / vis.

Kleine schaafwond behandelen

Spoel de wond met schoon lauw stromend water van de kraan. Is er geen kraan in de buurt, gebruik dan ander drinkbaar water.

Hygiëne

Weten wat wordt bedoeld met een goede hygiëne: handen / nagels / ontsmetten / bereiden van eten / sanitair. Weten welke schoonmaakmiddelen er zijn en welke waarvoor gebruikt worden. Weten hoe voedsel hygiënisch bewaard wordt.

Electriciteit

Weten welke apparaten elektriciteit, gas of water verbruiken.

Elektriciteit: Magnetron, waterkoker, tv, telefoon, tabled

Gas: Gasfornuis, cv, gas oven

Water: WC, afwasmachiene

Weten wat er er in de meterkast zit en wat het doet.

Vuur stoken

Tijdens een programma als stoker een veilig vuur stoken. Weten welke veiligheidseisen tijdens vuur stoken in acht moeten worden genomen: schep en zand / emmer water / brandvrije strook.

Weten wat er wordt bedoeld met de branddriehoek:

Temperatuur / Brandstof / Zuurstof.

Weten hoe te handelen bij vlam in de pan en hoe dit kan worden voorkomen.

Alarmnummer

Weten wat het alarmnummer is: 112.

Weten wanneer je belt: Bij Spoedeisende hulp

Denk aan: aanrijding met gewonden;mishandeling; beroving, steekpartij of vechtpartij; als iemand onwel wordt; inbraak of diefstal op heterdaad;

vernieling of vandalisme op heterdaad; ontvoering of een poging tot ontvoering.

Weten wat je zegt: Met welke hulpdienst je wilt worden verbonden: politie, brandweer of ambulance.