Insignes

Bij de padvindsters kan je ook insignes verdienen. Wij werken met drie basisinsignes:

Hieronder vind je alle informatie over de drie klassen en welke eisen er aan zijn verbonden.

Naast het halen van een basisinsigne kan je een specialiteiteninsigne halen. Ben jij heel goed in koken, hiken, toneel spelen, hout hakken, zwemmen, noem maar op dan kan je een specialiteiteninsigne halen. Je vindt de omschrijvingen/eisen van deze insignes op ScoutQuest. Overleg altijd even met de leiding als je een insigne wilt gaan halen, dan kan je samen met ons de eisen bepalen.

Klasse-systeem

Omdat je elk jaar dingen leert bij de padvindsters hebben wij voor elk jaar een klasse-insigne. Naast dat het dragen van een insigne natuurlijk hartstikke leuk is is het voor ons als leiding heel handig. We kunnen nu bijvoorbeeld aan je insigne zien of je zelfstandig veilig kan hakken, wat je niveau van hiketechnieken is etc.

Het klasse-systeem bestaat uit de volgende drie insignes:

Padvindster 3eklasse

Thema: “Kennismaken, regels en gewoontes”

In het eerste jaar bij de padvindsters zie je en maak je heel veel nieuwe dingen mee. Voor een positieve inzet willen we jou graag belonen! Dit insigne haal je dus in principe (met een beetje inzet) in het eerste jaar bij de padvindster. Je laat zien dat je positief meedraait binnen het Vendel en dat je (samen met je ronde) verschillende activiteiten veilig kunt uitvoeren. Als 3e klasse padvindster is het mogelijk om assistent-rondeleidster te worden.

Padvindster 2e klasse

Thema: Basiskennis

De padvindster 2e klasse is ongeveer vergelijkbaar met het oude afrondingsteken, al hebben we wat specifieke kennis weggelaten. Dit insigne is erg gespitst op de Uitdagende Scoutingtechnieken dus kamperen, hiken, pionieren, stoken en koken, snijden, hakken en zagen. Als padvindster 2e klasse bezit je alle basiskennis om de meeste programmaonderdelen bij de padvindster zelfstandig te kunnen uitvoeren. Een rondeleidster binnen het Vendel is minimaal een padvindster 2e klasse.


Padvindster 1e klasse

Thema: Verdieping en Specialisatie

Je blijft altijd leren op Scouting, daarom het insigne 1e klasse. In de praktijk zal dit insigne vaak gehaald gaan worden door padvindsters die in het kader zitten (3e en 4e jaar), zij worden begeleid door de leiding. Het insigne richt zicht op een specialisatie, je moet net iets meer weten van de Scoutingtechnieken die je als scout tijdens progamma’s en kampen nodig kan hebben. Je bereid verschillende programmaonderdelen voor, evt. samen met een andere padvindster, verder ga je dieper in op wat Scouting voor jou betekent en wie jij bent tijdens onder andere je nachtwake. Je laat zien dat je al meer verantwoordelijkheden aan kunt en begeleid jongere padvindsters.

Hoe werkt het klasse-systeem?

Bij elke klasse zie je een lijst activiteiten die je door de leiding moet laten aftekenen. Je laat dit aftekenen in je eigen boekje, dit is uiteindelijk je bewijs dat je het gehaald hebt. In het lokaal hangt ook een lijst, deze lijst is er als geheugensteuntje voor jou en de leiding maar aan deze lijst kunnen geen rechten worden ontleend.

Per klasse dien je activiteiten af te tekenen binnen alle acht activiteitengebieden. Voor de activiteitengebieden Uitdagende Scoutingtechnieken, Veilig & Gezond, Sport & Spel en Identiteit zijn er verplichte activiteiten.

Voor de andere 4 activiteitengebieden hebben we een lijst met activiteiten bedacht waar je uit kunt kiezen, uitzondering voor klasse 1.

Samenleving: 3 activiteiten per klasse.

Internationaal: 2 activiteiten voor klasse 3 en 2, een verplichte activiteit voor klasse 1.

Buitenleven: 3 activiteiten voor klasse 3. 2 activiteiten voor klasse 1 en 2.

Expressie: 6 activiteiten voor klasse 3, 3 activiteiten voor klasse 2 en 7 activiteiten voor klasse 1.

De lijsten voor deze activiteiten vind je vanaf hier. Ook is er bij deze activiteitengebieden de optie een zelf bedachte/ vrije keus activiteit toe te voegen, mits deze past bij het activiteitengebied. Wat wordt er onder de activiteitengebieden verstaan?

Samenleving: Maatschappij, Ken je omgeving en Cultureel erfgoed

Internationaal: Scouting wereldwijd, Internationale uitwisseling en Culturen

Buitenleven: Buitensport, Kennis van plant en dier, Milieu, Natuurbeheer, Weer en Sterrenkunde

Expressie: Dansen, Zingen, Muziek maken, Filmen, Fotograferen, Grafische technieken, Handvaardigheid, Textiele werkvormen, Toneel spelen en Schriftelijke expressie.

Naast dat we tijdens opkomsten/kampen veel aandacht zullen besteden aan sommige technieken, kennis en activiteiten kan het ook zo zijn dat jij op school, thuis of bij een andere hobby iets gedaan of geleerd hebt wat misschien ook in je klasse-eisen staat. Dan kan je dat natuurlijk ook laten aftekenen. Want padvindster ben je niet alleen op zaterdag tussen 2 en 5 in Sangam maar 24×7 !

Derde klasse

THEMA: “Kennismaken, regels en gewoontes”

Uitdagende Scoutingtechnieken

Kampeertechnieken

1. Persoonlijke bagage samenstellen en inpakken.

2. Minimaal 2 nachten met Vendel of ronde gekampeerd hebben.

3. Met ronde tent opzetten, afbreken en inpakken.

Hakken, snijden, zagen

1. Veilig om kunnen gaan met (zak-)mes.

2. Demonstreer hoe je een tak doorzaagt, dit veilig kunnen doen.

3. Weten hoe je een bijl veilig vasthoudt, mee loopt en door geeft.

Pionieren en schiemannen

1. Met je ronde een klein pionierobject voorbereiden en bouwen. (bijv. keuken, vlot of HUDO)

2. Kruissjorring en achtvormige sjorring maken.

3. Platte knoop, mastworp en timmersteek kunnen leggen.

4. Verantwoordelijk omgaan met pionierhout en andere materialen.

5. Touw kunnen opschieten.

Hiken

1. Minimaal 1 wandeling/hike hebben gemaakt van 15 km.

2. Minimaal 2 hikes hebben gelopen met je ronde.

3. Acht windstreken en bijbehorende graden kennen.

4. Kruispuntenroute, ogenroute en strippenkaart kunnen volgen.

5. Jezelf voorbereiden op een hike en weten wat hierbij belangrijk is.

Stoken en koken

1. Stookhout voor een kookvuur samenstellen en weten wat

hierbij belangrijk is.

2. Driegangenmaaltijd met je ronde bereiden en de tafel aankleden.

3. De drie elementen van de branddriehoek kennen.

Veilig en Gezond

1. (Persoonlijke- )Hygiëne (bij het koken) op kamp in acht nemen.

2. Weten hoe je brand voorkomt (tijdens stoken)

3. Weten waar politie, brandweer en ambulance te bereiken zijn/ zich bevinden.

4. Weten wat je moet doen bij brand in (club-)huis.

5. Weten waaruit een gezonde maaltijd bestaat.

6. Weten wat je moet doen bij insectenbeten, brandwonden, schaafwonden en kleine sneetjes.

Sport en Spel

1. Actief meedoen tijdens (begin-)spellen van de opkomst.

2. Zwemdiploma A en B bezitten

3. Laat bij een teamactiviteit (bijv. A- frame lopen) zien dat je goed kunt samenwerken.

4. Doe mee aan een groot (bos-)spel, bijv. tijdens een regio-of groepsactiviteit.

Identiteit

1. Betekenis kennen van St. Jorisdag en Baden Powelldag.

2. Scoutinggebruiken van het Zoeka Vendel kennen.

3. Schrijf een verslagje van een activiteit. Wat vond je er van? Wat heb je geleerd?

4. Kies een gedicht/maak een gedicht dat bij jou past. Waarom past dit gedicht bij jou?

Buitenleven, kies drie activiteiten (zie lijst)

1.

2.

3.

Internationaal, kies twee activiteiten (zie lijst)

1.

2.

Samenleving, kies drie activiteiten. (zie lijst)

1.

2.

3.

Expressie (zie lijst)

Dansen, zingen en muziek maken

1.

Fotograferen en filmen

2.

Grafische technieken en handvaardigheid

3.

Textiele werkvormen

4.

Toneel spelen

5.

Schriftelijke expressie

6.

Tweede klasse

Thema: “Basiskennis padvindster”

Uitdagende Scoutingtechnieken

Kampeertechnieken

1. Tent opzetten, onderhouden en inpakken. Gebruik bij goed en slecht weer kennen.

2. Geschikte plaats voor tent kiezen en kamp sfeervol aankleden

3. Vijf nachten gekampeerd hebben met ronde of Vendel.

4. Persoonlijke bagage inpakken in rugzak en weten waar je dan op

moet letten.

Hakken, snijden, zagen

1. Hak met een handbijl op veilige wijze.

Pionieren en schiemannen

1. Schootsteek, paalsteek en achtknoop maken.

2. Weten hoe je zorgvuldig om gaat met touw en slijtage aan touw voorkomt.

3. Vorksjorring kunnen maken.

4. Van touw een dasring of apenknuistje maken.

5. (Veilig) Weten om te gaan met sleg en grondboor.

6. Constructie van keuken kennen en dit kunnen vertellen.

Stoken en koken

1. Een eenpansmaaltijd koken en het kookmateriaal schoonmaken.

2. Met drie lucifers vuur aan kunnen maken.

3. Een kookplaats kiezen en hier veilig stoken.

4. Toon met proefjes aan wat er gebeurt als je een van de elementen van de branddriehoek wegneemt.

5. Laten zien dat je een kooktoestel weet aan te sluiten/in gebruik nemen en hoe je deze veilig gebruikt.

6. Met twee soorten vuur gewerkt hebben.

Hiken

1. De werking van het kompas, 16 windstreken en bijbehorende gradenverdeling kennen.

2. Handgreep 2 en 3 beheersen met kompas.

3. Gradenroute, vliegkoers, bolletjesroute en bolletje-pijltje route kunnen volgen.

4. Kruispuntenroute, ogenroute en strippenkaart kunnen maken.

5. Veiligheids- en gedragsregels kennen bij hike (te voet en te fiets)

6. Hike lopen met bepakking.

7. Horizonschets tekenen.

8. Kaartoriëntatie: kaart op noorden kunnen leggen en kaarttekens kennen.

Veilig en gezond

1. Ken de vijf EHBO punten.

2. Weet wat gevaren kunnen zijn van oververhitting en onderkoeling op je lichaam, en vertel hoe je dit bij jezelf kunt voorkomen.

3. Vertel in welke situaties je zelf als padvindster ongevallen kunt oplossen, wanneer je de leiding roept en wanneer je 112 belt. Vertel ook wat je zegt als je 112 belt.

4. Weten hoe je vuiltje in het oog, verstuiking en blaar behandeld.

Sport en Spel

1. Verzorg tijdens een kamp de ochtendgymnastiek.

2. Organiseer met een groepje een zeskamp met sport & spel activiteiten.

3. Wees scheidsrechter tijdens een spel van het vendel.

4. Neem deel aan een avontuurlijke sport. (klimmen, abseilen, zeilen, kanoën, zwemmen in wedstrijdvorm, paardrijden etc.)

Identiteit

1. De geschiedenis en betekenis van de groepsdas weten.

2. Vertel over de samenstelling en de geschiedenis van Scouting Bennekom.

3. Maak een flyer of poster waarin je uitlegt wat Scouting voor jou betekent. Gebruik hiervoor de afkorting SCOUTS.

4. Ontwerp je eigen vriendenboekje en laat je ronde hierin schrijven.

Buitenleven, kies drie activiteiten (zie lijst)

1.

2.

3.

Internationaal, kies twee activiteiten (zie lijst)

1.

2.

Samenleving, kies drie activiteiten. (zie lijst)

1.

2.

3.

Expressie (zie lijst)

Dansen, zingen en muziek maken

1.

Grafische technieken en handvaardigheid

1.

Toneel spelen

1.

Eerste klasse

Thema: Verdieping & Specialisatie

Uitdagende Scoutingtechnieken

Kampeertechnieken

1. Mee zijn geweest op zomerkamp.

2. Leiding helpen bij het uithangen en onderhouden van de tenten, weten waarom dit gebeurt.

3. Primitief onderkomen bouwen en hierin overnacht hebben.

4. Veilig omgaan met gas- en olielamp, weten hoe te vullen en aan te steken.

5. Weten wanneer je metalen haring, houten haring en grondpen het beste kunt gebruiken.

6. Keukendak op kunnen zetten.

7. Plattegrond maken van het ideale kampeerterrein. Teken waar je tent, keuken, stookvuur, afvalstation en hakplaats zal plaatsen. Houd rekening met omgeving en het weer.

Hakken, snijden, zagen

1. Hout veilig kunnen hakken met ¾ bijl. (V-tje)

2. Weten hoe je kunt testen of een bijl veilig is om mee te werken.

3. Zakmes kunnen onderhouden en slijpen.

Pionieren en schiemannen

1. Diagonaalsjorring kennen.

2. Steigersjorring maken.

3. Mini-pionierobject maken.

4. Een pionierobject voorbereiden (tekenen / minibouw) en bouwen, bijv. tijdens een ronde-opkomst.

5. Maak een knopenbord met hierop: mastworp, timmersteek, paalsteek, schootsteek, eindsplits en twee sierknopen naar keuze.

Stoken en koken

1. Met twee alternatieve kookmanieren gewerkt hebben bijv. oven, blikbrander, Lets vuur

2. Weten welke boomsoorten geschikt zijn om vuur mee te stoken.

3. Verschillende soorten tondel kennen en zelf tondel samenstellen voor een vuur.

4. Met één lucifer vuur aan kunnen maken.

5. Zonder pannen eten kunnen bereiden op houtvuur.

Hiken

1. Kaart op het noorden kunnen leggen en hierop lopen en route intekenen.

2. Positie op kaart (in onbekend gebied) kunnen bepalen aan de hand van omgevingsfactoren en kaartkennis.

3. Oleaat en blinde lijn kunnen volgen.

4. Gradenroute, vliegkoers, bolletje-pijltje en bolletjesroute kunnen maken.

5. Coördinaat berekenen en uitzetten.

6. Recognografische schets tekenen.

7. Meerdaagse hike met bepakking lopen.

8. Hikeverslag schrijven.

9. (Een deel van een) Tocht lopen (of geocache) met GPS.

10. Handgreep 1 en 4 van het kompas beheersen.

11. Ga voorop tijdens een hike en laat zien dat je de technieken beheerst.

12. Hike lopen onder niet alledaagse omstandigheden (buitenland, dropping, winterhike, HIT)

Veilig en gezond

1. Stel (schriftelijk) een gebalanceerd menu op voor een weekendkamp, waarbij je gebruik maakt van de eisen van de ‘schijf van vijf’.

2. Laat zien dat je de regels kent omtrent veiligheid tijdens activiteiten en dat je verantwoordelijkheid neemt binnen je ronde.

3. Stel je eigen kookboek samen met 3 voor-, 3 hoofd, – en 3 nagerechten. Zorg dat je minstens 1 gerecht laat proeven.

4. Overzicht bewaren tijdens het koken van een drie-gangen-menu, het geheel hygiënisch en gestructureerd laten verlopen.

5. Zelf verantwoord –met een budget- inkopen doen voor een maaltijd.

Sport en Spel

1. Bedenk / zoek (alleen) een nieuw (actief) spel om de opkomst mee te starten, bereid dit voor en begeleid het.

Kies daarnaast 1 van de 2 onderstaande:

1. Organiseer met een of twee andere padvindsters een bosspel of spel in de stad en voer dit uit met het Vendel.

2. Organiseer met een of twee andere padvindsters (met toestemming van de leiding) een programmaonderdeel voor de bevers of welpen. Treed op als leiding.

Internationaal (kies 1 van 2)

1. Organiseer een opkomstonderdeel tijdens een landenopkomst. Bedenk een onderdeel in overleg met de leiding. Denk aan muziek, dans, zang en spel.

2. Leg contact met een scout uit een ander land en wissel een programmaonderdeel uit, voer dit programmaonderdeel uit met je ronde of het Vendel.

Identiteit (kies 3 activiteiten)

1. Presenteer jezelf voor het Vendel. Vertel meer over jezelf dan alleen je hobby’s. Beantwoordt o.a.

- Wie/wat is belangrijk in jouw leven?

- Waarom heb jij voor Scouting gekozen? En wat wil je nog leren?

- Waar ben je goed in/ minder goed in?

- Hoe ga jij om met anderen?

2. Neem een vriendin mee naar Scouting en vertel haar waarom Scouting belangrijk voor jou is en leidt haar rond.

3. Neem deel aan een activiteit waar ook andere Scoutinggroepen aanwezig zijn. Bespreek met de leiding de verschillen tussen het Vendel en de andere Scoutinggroepen.

4. Bereid een nieuwe padvindster voor op haar installatie.

5. Houd een nachtwake.

Buitenleven, kies drie activiteiten (zie lijst)

1.

2.

3.

Samenleving, kies drie activiteiten. (zie lijst)

1.

2.

3.

Expressie (zie lijst)

Dansen, zingen en muziek maken

1.

Fotograferen en filmen

1.

Grafische technieken en handvaardigheid

1.

Textiele werkvormen

1.

Toneel spelen


2.

3.

Schriftelijke expressie

1.

Keuzelijsten

Samenleving (kies per klasse 3 activiteiten)

Onder samenleving vallen activiteiten die betrekking hebben op de maatschappij, je eigen omgeving en cultureel erfgoed.

1. Help iemand in jouw omgeving, met bijv. boodschappen doen.

2. Doe mee aan een (geld-)actie voor een goed doel.

3. Bezoek een museum en vertel mondeling over je bezoek.

4. Breng van jouw woonplaats in kaart waar belangrijke punten zijn (op een plattegrond) en teken jouw route van huis naar Scouting. Zijn er ook toeristische trekpleisters in jouw woonplaats?

5. Fotografeer een monument uit jouw woonplaats en bewerk deze op de computer tot een poster. Je vertelt ook het verhaal van het monument in jouw poster.

6. Neem deel aan een maatschappelijke activiteit (buitenspeeldag, herdenkingsdag etc.)

7. Jouw woonplaats heeft een geschiedenis. Zoek uit hoe jouw straatnaam aan zijn naam komt.

8. Neem actief deel aan het overleg voor je ronde-opkomst. Bedenk een idee en help actief bij het organiseren van een programma-onderdeel.

9. Ga in gesprek met één van je ouders en opa/oma. Hoe zag hun jeugd er uit en wat is er verandert? Wat valt jou het meeste op? Wat maakt jouw leven zo anders? Schrijf een verslagje van je gesprek.

10. Leg jezelf een beperking op tijdens (een deel van) de opkomst. Blinddoek jezelf, zet een koptelefoon, je kan niet praten. Welke problemen ervaar je? Bespreek dit met de leiding.

11. Ga naar een samenkomstplaats (bijv. moskee, kerk, synagoge) en vertel over je bezoek aan je ronde/Vendel.

12. Zet met een andere padvindster je in om een maatschappelijke activiteit op te zetten (geld inzamelen, vuilnis rapen, meedoen aan NL DOET etc.)

13. Neem actief deel aan de ereraad. Breng hierin naar voren wat je goed vindt aan de afgelopen opkomsten en vertel ook wat je mist/ graag nog zou willen doen.

14. Neem het voortouw bij het organiseren van een ronde-opkomst. Zorg dat iedereen aan de beurt komt bij het brainstormen en dat de taken goed verdeeld worden.

15. Zoek de lijst van de rechten voor het kind op. Kies er een uit. Maak er een poster over.

…………………………………………………………………………………………………………………………………………… (vrije keus activiteit, goed te keuren door de leiding)

Internationaal (Voor klasse 3 en 2 kies je 2 activiteiten)

Onder Internationaal vallen activiteiten die betrekking hebben op Scouting wereldwijd, internationale uitwisseling en culturen.

1. Vertel uit welke lagen Scouting Nederland bestaat.

2. Vertel kort over Scouting in een ander land. Zoek informatie hierover op in de bieb of op internet en houd er een presentatie over.

3. Zoek uit wat Fair Trade producten zijn. Welke producten zijn er allemaal in de schappen en wat betekent het logo?

4. Zoek van een land van jouw voorkeur zoveel mogelijk informatie. Denk aan taal, middelen van bestaan, natuur, bijzondere gewoontes, welvaart, toerisme. Stel een kampprogramma op in dit land. Wat zouden we met de padvindsters in dit land gaan doen?

5. Deelnemen aan een landelijke of regionale Scoutingactiviteit.

6. Doe mee aan een internationaal kamp of correspondeer met een scout uit een ander land.

7. Doe mee aan JOTA/JOTI of viering van Wereld Denk Dag.

8. Vertel wat de wereldorganisaties WAGGGS en WOSM doen. Wat organiseren ze voor scouts in de wereld?

9. Doe actief mee aan een intercultureel spel.

10. Bedenk culturen voor het culturenspel. Speel het spel met het Vendel, leid het spel en de nabespreking.

11. Doe actief mee tijdens een landenopkomst en vertel wat je geleerd hebt over dit land.

12. …………………………………………………………………………………………………………………………………………… (vrije keus activiteit, goed te keuren door de leiding)

Buitenleven (Kies per klasse 3 activiteiten)

Onder Buitenleven vallen activiteiten die te maken hebben met buitensport, kennis van plant en dier, milieu, natuurbeheer,weer en sterrenkunde.

1. Doe mee aan een seizoensactiviteit (bijv. paddestoelen zoeken, boswandeling of iets maken voor vogels)

2. Vertel waarom afval scheiden belangrijk is. Wat gebeurt er met gescheiden afval?

3. Maak een poster met 5 dingen die je wel en 5 dingen die je niet mag doen in de natuur.

4. Verschil kennen tussen spar en den.

5. Vijf verschillende bladeren van loofbomen drogen en namen kennen.

6. Flora en faunaverslag schrijven.

7. Survivalbaan met succes afleggen.

8. Primitief onderkomen bouwen en hierin overnachten.

9. Help mee tijdens de nationale Natuurwerkdag.

10. Herken eetbare planten en zaden.

11. Koken uit de natuur. Maak brandnetelsoep of een zelfgeplukte salade.

12. Weten hoe je schade voorkomt aan bomen tijdens activiteiten.

13. Afvalscheiding regelen op kamp.

14. Bouw je eigen weerstation en neem gedurende een week metingen op met dit station. (bijv. hygromoter, barometer, regenmeter, windsnelheidsmeter, windwijzer en zonnewijzer)

15. Loop een nachttocht op de sterren.

16. Ken de basissterrenbeelden (Grote en kleine beer, Orions riem en Wega)

17. Bepaal waar het noorden is aan de hand van de natuur. (sterren, bomen of zonnestand)

18. Herken (regen)luchten. Vertel wat je moet doen bij onweer tijdens de volgende activiteiten: op het water, op de fiets en in de tent.

19. Ga aan de slag met natuurzoekkaarten en ontdekt 10 verschillende planten en dieren in je omgeving. Leg je ontdekkingen vast door het maken van foto’s en verwerk deze tot een poster of verslag.

20. Neem deel aan een wandeling onder leiding van een boswachter.

21. Bezoek een natuurbezoekerscentrum en vertel er over aan het Vendel.

22. …………………………………………………………………………………………………………………………………………… (vrije keus activiteit, goed te keuren door de leiding)

Expressie

Onder Expressie vallen activiteiten die te maken hebben met dansen, zingen, muziek maken, filmen, fotograferen, grafische technieken, handvaardigheid, textiele werkvormen, toneel spelen en schriftelijke expressie.

Dansen, zingen en muziek maken (3e pv: 1 activiteit, 2e pv: 1 activiteit 1e pv: 1 activiteit)

1. Vijf kampvuurliedjes zingen en drie canons zingen.

2. Dansen op eenvoudige muziek naar keuze.

3. Eenvoudig muziekinstrument maken en bespelen.

4. Breng een nummer ten gehore aan het Vendel op het muziekinstrument dat jij speelt.

5. Stel een top 10 van jouw favoriete nummers samen op CD/ online lijst.

6. Maak een hoorspel.

7. Leer het Vendel een nieuw lied of canon.

8. Dans een internationale dans. (bijv. flamenco of volksdans)

9. Begeleid een toneelstuk met achtergrondgeluiden.

10. …………………………………………………………………………………………………………………………………………… (vrije keus activiteit, goed te keuren door de leiding)

Filmen en fotograferen (3e pv: 1 activiteit 1e pv: 1 activiteit)

1. Een fotocollage maken.

2. Animatiefilm maken.

3. Fotostrip maken.

4. Fotoportret van een andere padvindster bewerken op de computer.

5. Fotoreportage maken van een activiteit.

6. Maak een kort promotiefilmpje van je eigen ronde.

7. …………………………………………………………………………………………………………………………………………… (vrije keus activiteit, goed te keuren door de leiding)

Grafische technieken en handvaardigheid (3e pv: 1 activiteit, 2e pv: 1 activiteit 1e pv: 1 activiteit)

1. Logo op T-shirt zeefdrukken of stempelen.

2. Sjablonen maken van jouw rondenaam.

3. Houtwerk inbranden.

4. Leer bewerken / leer branden.

5. Linoleumsnede maken.

6. Hikeverslagomslag maken.

7. Een sieraad maken.

8. Mozaïekschilderij maken.

9. Teken en kleur je eigen mandela.

10. …………………………………………………………………………………………………………………………………………… (vrije keus activiteit, goed te keuren door de leiding)

Textiele werkvormen (3e pv: 1 activiteit 1e pv: 1 activiteit)

1. Naai een insigne op je Scoutfit.

2. Maak van stof een handpop.

3. Kostuum met textielverf versieren.

4. Brei je eigen sjaal.

5. Borduur een logo.

6. ………………………………………………………………………………………………………………………………(vrije keus activiteit, goed te keuren door de leiding)

Toneel spelen (3e pv: 1 activiteit, 2e pv: 1 activiteit 3e pv: 2 activiteit)

1. Een gezicht schminken.

2. Improviserend bewegen op een verhaal.

3. Woorden uitbeelden.

4. Schimmenspel spelen.

5. Improvisatiecabaret opvoeren.

6. Levend standbeeld spelen.

7. Je verkleden tot een andere persoonlijkheid.

8. Emotiespel spelen.

9. Voetentoneel of handpoppentoneel spelen.

10. ………………………………………………………………………………………………………………………………………(vrije keus activiteit, goed te keuren door de leiding)

Schriftelijke expressie (3e pv: 1 activiteit 1e pv: 1 activiteiten)

1. Schrijf een verhaal.

2. Schrijf een gedicht.

3. Schrijf een lied op bestaande melodie.

4. Eigen sketch schrijven.

5. Interview een belangrijk persoon binnen Scouting. Schrijf je interview uit in een lopend verhaal of in een vraag-antwoord model.

6. ………………………………………………………………………………………………………………………………………(vrije keus activiteit, goed te keuren door de leiding)