Uniform

Zoals bij elke speltak is het ook bij de Verkenners verplicht om elke opkomst in correct uniform te verschijnen.

Een compleet uniform bestaat uit een beige blouse met de tekens op de juiste plaats, een blauwe broek, das waarop de halve Musinga-zon geborduurd is, dasring, baret met de scoutsinsigne erop en een zakboekje.

Als het koud is mag over het uniform de blauwe Scouting Bennekom trui gedragen worden, vereiste is dat hieronder wel het complete uniform wordt gedragen. tijdens het openen mag dit alleen als de hele patrouille de trui heeft.

En als het erg warm is mag onder het complete uniform het Scouting Bennekom T-shirt gedragen worden. Na het openen kan het uniform dan uit zodat iedereen in hetzelfde T-shirt loopt. Andere T-shirts zijn dus niet toegestaan. De groepsdas wordt altijd gedragen, dus ook bij het T-shirt.

Op het onderstaande figuur kun je zien waar de tekens op je uniform horen te zitten.

De vlaggetjes zijn hierbij pas toegestaan wanneer er met de groep een reis naar het buitenland wordt gemaakt. En de Klasse insigne’s zijn te behalen door de volgende eisen af te tekenen.

Insignes

Bij de Verkenners kan je ook insignes verdienen. Wij werken met drie klasseinsignes:

- Derde klas Verkenner

- Tweede klas Verkenner

- Eerste klas Verkenner

Naast het halen van een klasse insigne kan je een specialiteiteninsigne halen. Ben jij heel goed in koken, hiken, toneel spelen, hout hakken, zwemmen, noem maar op dan kan je een specialiteiteninsigne halen. voor de omschrijvingen/eisen van deze insignes hebben wij op scouting het “Specialiteitenboek Scouts” . Overleg altijd even met de leiding als je een insigne wilt gaan halen, dan kan je samen met ons de eisen bepalen.


3e klas

Praktijk

1. Mes, kleine blij en veiligheidsvoorschriften.

De verkenner moet bijl en mes leren hanteren als goede, maar gevaarlijke werktuigen.

D.w.z kennis hebben van zaken als:

  • Onderhoud en vervoer
  • Veiligheidvoorschriften
  • Juist gebruik (levend hout en hakplaats)

Toepassing: V hakken en piketpaaltje hakken

2. Knopen, touwbezetting en toepassingen.

De verkenner moet enige kennis hebben van onderhoud en het juiste gebruik van touw (sterkte, drogen en bewaren). Hij moet de praktische toepassingen van de knopen demonstreren en kunnen opschieten.

De knopen:

  • Platte knoop
  • Schootsteek
  • Paalsteek
  • Mastworp
  • Achtknoop
  • Slipsteek
  • Timmersteek

Touw opschieten

3. Bomen en eigenschappen hout.

Herken vijf bomen, ken de eigenschappen van het hout en weet waarvoor dit hout gebruikt wordt.

Praktijkpunten om op te letten:

  • Beschadiging van bomen bij pionieren
  • Het vermijden van spijkers in bomen

Toepassing: inventariseren van boombestand in bos rondom Kiva. En deze presenteren doormiddel van presentatie voor de groep of poster.

Onderzoek

1. Warme drank of eenvoudige maaltijd op houtvuur bereiden.

Maak op houtvuur een warme drank of kook op houtvuur een eenvoudige maaltijd.

Hierbij kan gewezen worden op de verschillende vuurtypen zoals: teepie, zwerversvuur, stervuur, jagersvuur en op de brandbaarheid van de verschillende houtsoorten.

De warme drank kan zijn: koffie, thee, chocolademelk, warme punch en soep.

Eenvoudige maaltijd (éénpans gerecht) bijv: aardappelen met rauwe andijvie, aardappelen met appels e.d.

2. Opzetten en opbergen van shelter.

Zet een shelter op en berg hem na gebruik weer goed op. Weet wat je moet doen met een natte tent.

Shelter:

Elk type shelter komt in aanmerking. Bij het opzetten rekening houden met plaats en windrichting.

Bij het opbergen de shelter met toebehoren controleren, schoonborstelen, scheerlijnen controleren enz.

Natte shelter of tent eerst laten drogen, alvorens bovenstaande controle uit te voeren.

3. Inpakken persoonlijke bagage voor weekendkamp.

Pak je persoonlijke bagage voor een weekendkamp in een rugzak, plunjezak of fietstassen.

Persoonlijke bagage:

Hierbij uitgaan van:

  • Kan ik slapen
  • Kan ik eten en drinken
  • Kan ik mezelf wassen
  • Kan ik schone kleren aantrekken

Er voor zorgen, dat de spullen, welke het eerst nodig zijn, niet onderop zitten.

Rugzak, plunjezak en fietstassen:

Afhankelijk van de activiteit zal de keuze op één van de drie vallen.

4. Één nacht kamperen in tent of troephuis (winter) met één of meer patrouilleleden.

Kampeer één nacht met één of meer leden van je patrouille in een tent of ’s winters in een troephuis.

Kampeer:

Het op doen van ervaring met o.a. de samengestelde persoonlijke uitrusting, kleding en schoeisel en het slapen in een tent.

Avontuur

  1. Kennis van kaarttekens, kaartschalen, kompasrichting en oriëntatie zonder kompas.

Ken de meest voorkomende kaarttekens en weet wat kaartschalen zijn. Weet wat een kompasrichting is en hoe je je kunt oriënteren zonder kompas.

Meest voorkomende kaarttekens:

  • Rijksweg
  • Hoofdweg
  • Verharde weg
  • Onverharde weg
  • Torens
  • Spoorlijnen (enkel- dubbelspoor)
  • Rivieren, beken, kanalen, meren
  • Bouwland, weiland, bos en heide
  • Loofbos, naaldbos, gemengd bos

Kaartschalen:

De verkenner moet weten wat bijv. 1:25000 betekend en hoe hij er mee kan werken.

Kompasrichting:

De 16 windstreken van het kompas kennen.

Oriënteren zonder kompas:

  • Met behulp van de zon
  • Mosbegroeiing op bomen enz.

2. Een stripkaart maken en er één volgen.

Maak (evt. in een tweetal) een stripkaart en volg een andere stripkaart.

3. Zwerftocht te voet van 8 km; mondeling verslag van wat onderweg gezien; route zó uitleggen dat andere deze kunnen volgen.

Maak met een vriend een zwerftocht te voet van ca. 8 kilometer. Vertel wat je onderweg gezien hebt. Leg de route zo uit, dat anderen hem kunnen volgen.

Met de zwerftocht wordt bedoeld een tocht van ca. 8 km, die de verkenner maakt volgens een duidelijke eenvoudige opdracht, door de pl of een verkenner met 2e klas verstrekt.

Om de route duidelijk te kunnen maken kan hij onderweg eventueel enkele situatie- of andere schetsen maken.

Anderen

1. Inhoud en gebruik van patrouilleverbanddoos.

Weet wat er in een patrouilleverbanddoos hoort en laat zien hoe je dit materiaal moet gebruiken.

De opzet van deze eis is de verkenner te leren dat de verbanddoos een normaal onderdeel is van de patrouille-uitrusting en bij alle patrouilleactiviteiten (kampen, tochten enz.) mee hoort te gaan.

Het is dringend noodzakelijk dat de training en beoordeling voor deze eis op het hoogst mogelijke peil staan. Het moet de verkenner vanaf het eerste begin duidelijk worden gemaakt dat het hier om dingen gaat die serieus moeten worden genomen. Contacten met vakbekwame personen en instellingen kunnen daarbij helpen (EHBO-verenigingen, jeugd rode kruis, rode kruis enz.).

2. Behandeling blaren, sneden, schrammen, kneuzingen, verstuikingen, verbrandingen,

neusbloedingen en vuiltje in het oog.

Weet wat je moet doen bij blaren, sneden, schrammen, kneuzingen, verstuikingen, verbrandingen, neusbloedingen en vuiltje in het oog.

Conform de eis.

3. Telefoonnummers politie, brandweer en ambulance; hoe informatie door te geven over ongevallen.

Ken de telefoonnummers van politie, brandweer en ambulance. Weet waar de dichtstbijzijnde telefooncellen zijn en hoe je kort en duidelijk informatie doorgeeft bij ongevallen enz.

Weet waar je in de buurt van je troephuis terecht kunt om ernstige verwondingen te laten behandelen.

De verkenner moet op dit punt over parate kennis beschikken.

4. Kennis van de bezienswaardigheden, recreatiemogelijkheden en openbaar vervoer in de stad of streek.

Weet iets van bezienswaardigheden, recreatiemogelijkheden en openbaar vervoer in de stad of streek waar je woont.

Bij de beoordeling moet rekening worden gehouden met de woon- en leefsituatie van de verkenner.

Grote stad: beperken tot woonwijk, met daarnaast globale kennis van de hele stad.

Kleine stad of platteland: meer detailkennis.

Belangrijk zijn: musea, historische gebouwen, havens, sport- hallen en –terreinen, industrie complexen, taxistandplaatsen enz.

Nuttig is ook bekendheid met plaatselijke hoogtijdagen: kermis, feesten, processies, volksgebruiken enz.

2e Klas

Praktijk

1. Sjorringen en pionier object.

Maak met gebruik van kruis-, diagonaal- en achtsjorring met je patrouille een pionierobject. Gebruik, waar nodig, blokken en takels. Conform de eis. (zie derde klas 2)

Denken aan werkvoorbereiding:

  • Schaalmodel
  • Schets
  • Materiaallijst

Kruissjorring

Diagonaalsjorring

Achtsjorring

2. Gareelsteek en zit/ stoelsteek en toepassingen.

Laat zien hoe de gareelsteek en de zit- of stoelsteek bij reddingen gebruikt kunnen worden. Conform de eis.

Gareelsteek

Zit/ Stoelsteek

Zit/ Stoelsteek met persoon

3. Zonder pannen maaltijd op houtvuur bereiden.

Bereid – zonder pannen – een maaltijd op houtvuur. Deze maaltijd moet voldoende zijn om een gebruikelijke warme maaltijd te vervangen.

Mogelijkheden:

  • Stokbrood, bladbrood, etc.
  • Saté, kebab
  • Aardappels poffen
  • Vis roosteren
  • Ei op steen, enz.
  • Wild roosteren

4. ¾ Bijl en spanzaag en veiligheidsvoorschriften.

Gebruik ¾ bijl en spanzaag, weet hoe je ze moet onderhouden en ken de veiligheidsvoorschriften.

Zie derde klas 1.

5. Twee van de volgende opdrachten

a. Dagboek vogels en dieren.

Houd een dagboek bij over vogels en andere dieren.

Dit kan ook een huisdier zijn. Periode van bijhouden van het dagboek moet afhankelijk worden gesteld van de leeftijd van de verkenner en de soort van het dier. Foto’s, tekeningen, enz. zijn gewenst.

b. Verzameling bladeren en bloemen.

Verzamel in de omgeving verschillende bladeren en bloemen. Zoek de namen ervan op.

Conform de eis. (zie derde klas 3)

c. Overzicht weersgesteldheid.

Houd een overzicht bij van de gesteldheid van het weer.

Duur tenminste zes weken: dagelijkse waarneming van windrichting, neerslag, minimum- en maximumtemperatuur, windsnelheid, wolkentypes en barometerstand.

Toepassing:

  • Weervoorspelling op basis van barometerstanden
  • Weervoorspelling op basis van windrichting en –sterkte
  • Vergelijking van gegevens met volksspreuken

d. Logboek patrouille

Verzorg het logboek van de patrouille (bijv. gedurende het zomerkamp).

Naast de inhoud moeten ook indeling en vormgeving bij de beoordeling worden betrokken (afhankelijk van leeftijd van de verkenner).

e. Lassowerpen

Demonstreer voor de troep lassowerpen, rope-spinning of yakar-draaien.

Conform de eis.

f. Mozaïek, linoleum snede, plastiek, o.i.d.

Maak een mozaïek, een linoleumsnede, een olieverfschilderij een plastiek o.i.d.

Er moet van worden uitgegaan dat het werkstuk een eigen karakter heeft, dus niet van een voorbeeld is overgenomen.

Onderzoek

1. Zeven nachten kamperen met patrouille en troep.

Kampeer zeven nachten (opeenvolgend) met patrouille en/of troep.

Kampeer:

Het opdoen van bredere ervaring bij het kamperen gedurende meer dan één nacht, o.a. t.a.v. persoonlijke hygiëne, het bereiden van maaltijden en het werken met kooktoestellen.

2. Zwemmen.

Zwem vijftig meter. A diploma laten zien.

3. Veiligheidsmaatregelen kennen m.b.t. zwemmen, fietstochten, pionieren, trappersbaan, vuur maken.

Welke veiligheidsmaatregelen moet je nemen bij het zwemmen in open water en in het zwembad, fietstochten met patrouille, pionieren, trappersbaan maken en vuur maken.

Veiligheidsmaatregelen bij:

  • Zwemmen: voldoende toezicht aan de kant, bestaande uit ervaren zwemmers, aanwezigheid van reddingslijn of boei en EHBO-materiaal, aandacht voor stromingen, obstakels onder water e.d.
  • Fietstochten met patrouille: controleer vooraf de betrouwbaarheid van de fietsen, normale eisen aan de patrouille t.a.v. gedrag in het verkeer en deskundig oppakken van bagage.
  • Pionieren: enig juiste toepassing van knopen en sjorringen, controle van het pioniermateriaal, zoals palen, lijnen en blokken, het testen van het pionierobject op betrouwbaarheid, alvorens dit in gebruik te nemen.
  • Trappersbaan: zie pionieren.
  • Vuur maken: het kiezen van een zodanige plaats voor het vuur, dat schade door brand aan de natuur voorkomen wordt en het op een verantwoorde wijze stoken van vuur. Dus emmer water, brandvrije strook en brandhout weg bij vuur.

4. Twee van de volgende opdrachten:

a. keuze kampterrein voor patrouille of troepkamp.

Weet waarop je moet letten bij het kiezen van een kampterrein voor een patrouille- of troepkamp.

Kiezen van het kampterrein:

  • Niet te laag i.v.m. regenval
  • Niet onder bomen
  • Ruimte en vrijheid voor patrouillekampen
  • Goede drinkwatervoorziening
  • Een terrein ziet er elk jaargetijde ander uit

b. Kooktoestel aanmaken, hoe te gebruiken, onderhoud.

Maak een kooktoestel aan en vertel iets over het gebruik, het onderhoud en de veiligheidsvoorschriften.

Kooktoestel:

Bij gebruik van een gastoestel, weten hoe een nieuwe gasfles moet worden aangesloten.

Veiligheidsvoorschriften:

Let op brandgevaar, o.a. geen kooktoestel in een tent. Gasfles verwisselen niet bij openvuur en niet in een gesloten ruimte. Verder letten op; of het kook toestel gebruiksklaar is, is de gasslang niet poreus.

c. Menu voor maaltijd en deze koken (niet op houtvuur).

Stel een volledig menu samen voor een maaltijd van twee gangen voor twee personen. Kook deze maaltijd (niet op houtvuur).

Maaltijd:

Deze moet bestaan uit aardappelen, vlees en groente, soep vooraf en pudding o.i.d. na (gebruik van instant, diepvries of blik ingrediënten vermijden).

d. De eisen kennen betreffende algemene hygiëne bij het kamperen met patrouille en troep.

Welke eisen moet je stellen aan de algemene hygiëne, wanneer je met de patrouille of troep kampeert.

Avontuur

1. Kompasrichtingen uitzetten in terrein en op kaart en oriënteren met behulp van kompas.

Laat zien dat je met een kompas richtingen kunt uitzetten in het terrein en op de kaart en dat je je er mee kunt oriënteren.

De verkenner moet tonen de vier handgrepen van het kompas te beheersen (zie bijlage).

2. Zwerftocht in twee dagen van tenminste 10 km te voet of 50 km per fiets met ander verkenner; verslag, geïllustreerd met foto’s/ tekeningen o.i.d.

Maak in twee dagen een zwerftocht van tenminste 10 km te voet of 50b km per fiets met een andere verkenner, die deze eis nog niet heeft afgetekend. Kampeer gedurende de nacht. Maak van de tocht een kort verslag geïllustreerd met foto’s, tekeningen enz.

De opdracht voor deze zwerftocht bestaat uit het aangeven van de kampeerplaats waar de nacht moer worden doorgebracht. De hopman kan het bezoeken van bezienswaardigheden onderweg stimuleren, maar dit mag geen verplichting worden. Het verslag kan bestaan uit een globale omschrijving van de gevolgde route en een korte beschrijving van bijzonderheden en activiteiten onderweg.

Geïllustreerd met enige passende foto’s en/of tekeningen. Het geheel moet een verzorgde indruk maken, maar natuurlijk niet op 1e klas niveau.

3. Twee van de volgende opdrachten:

a. Buitenactiviteit met patrouille van andere troep.

Neem met je patrouille deel aan een buitenactiviteit samen met een patrouille van een andere troep (bijv.: weekendkamp, zwerftocht of spel). Conform de eis.

b. Mondeling van museumbezoek, tentoonstelling, sportontmoeting verslag uitbrengen o.i.d.

Bezoek bijv. een museum, tentoonstelling, sportontmoeting en breng hiervan mondeling verslag uit.

Museum: een duidelijke aanduiding van het soort collectie, evt. te plaatsen in de tijd, van enkele hoogtepunten van de collectie iets meer weten.

Tentoonstelling: afhankelijk van de aard van de tentoonstelling moet de verkenner, evt. aan de hand van de folders, zijn visie op of waardering van her tentoongestelde geven, of van een speciaal aspect ervan.

Sportontmoeting: een verslag van de wedstrijd(en) geven, een beoordeling van de wedstrijd geven, waarbij enige kennis van de spelregels noodzakelijk is, en afhankelijk van de sport, de plaats in de competitie weten.

Voor andere te bezoeken activiteiten – bijv. concert, toneelstuk – gelden analoge vormen.

c. Wateractiviteit van een zeeverkennertroep.

Doe mee met een wateractiviteit van een zeeverkennertroep.

d. Voor de troep (evt. met je patrouille) judo, schermen, tumbling, bowling, boksen demonstreren o.i.d.

Demonstreer voor de troep, alleen of samen met je patrouille, je vaardigheden in judo, schermen, tumbling, bowling, boksen of trampolinespringen.

Het demonstreren van de in de eis genoemde sporten zal veelal niet in de troep kunnen. Het is in dit geval misschien mogelijk dat de troep of patrouille een les of demonstratie bijwoont waarbij de verkenner(s) actief is (zijn).

De troep doet een gedeelte mee.

Anderen

1. Instructie volgen mond-op-mondbeademing; demonstreren met proefpop.

Volg een instructie voor mond-op-mondbeademing en demonstreer het geleerde (zo mogelijk) met behulp van een proefpop.

Conform de eis.

2. Behandeling ernstige bloeding, flauwte en bewusteloosheid; weten wat een wondverband, een drukverband en een drukkend verband is.

Weet hoe je een ernstige bloeding moet behandelen, wat je moet doen bij een flauwte en bewusteloosheid en wat een wondverband, een drukverband en een drukkend verband is.

3. Een verkenner helpen bij de eisen insigne 3e klas.

Help een verkenner bij de eisen voor het insigne bij 3e klas.

De verkenner moet om aan deze eis te voldoen niet alleen de bereidheid tonen een nieuw lid van de troep vooruit te helpen, maar hij moet ook in staat zijn de vereiste basiskennis over te brengen. Hij moet duidelijk praktisch gerichte instructies geven (bijv. geen kompasrichtingen met een krijtje op de vloer, maar met een echt kompas buiten werken).

De nieuwe verkenner moet werkelijk voortgang boeken, hoewel de inzet van de ‘instructeur’ bij de beoordeling doorslaggevend moet zijn.

4. Bijdrage leveren aan kampvuurprogramma.

Lever een bijdrage aan een kampvuurprogramma.

De bijdrage moet een persoonlijk karakter hebben. Dus: deelname aan een patrouilleactiviteit is niet voldoende.

Mogelijkheden:

  • Laten zingen van een canon
  • Lied instuderen of laten zingen
  • Instrument bespelen (solo of begeleiding)
  • Zelf een lied zingen
  • Verhaal vertellen
  • Solo-act (mime, goochelen, dansen, enz.)

1e klas

Praktijk

1. Drie van de volgende opdrachten:

a. Werkzaamheden auto; kennis van de motor.

Verwissel een wiel van een auto, controleer het oliepeil van de motor, het koelwater en het waterpeil van de accu. Vertel iets over de werking van de motor.

Conform de eis.

b. Reparaties, onderhoud fiets en/of bromfiets.

Voer de meest voorkomende reparaties aan fiets en/of bromfiets uit en zorg voor het onderhoud ervan.

Conform de eis.

De eis houdt natuurlijk ook in, dat eigen fiets of brommer in goede conditie is. Dit punt dient in de beoordeling te worden betrokken.

c. Bouwen radio-ontvanger; logboek uitzendingen.

Bouw een radio-ontvanger zonder gebruik te maken van een bouwdoos of houd tenminste een maand lang een logboek bij van uitzendingen van radioamateurs.

Aan de te bouwen ontvanger worden geen speciale eisen gesteld. Het is voor de verkenner misschien een aantrekkelijk idee om de ontvanger zo klein mogelijk te houden.

Het bij te houden logboek moet zoveel mogelijk gegevens omvatten betr. de gehoorde stations, zoals; roepletters, tijd en duur van de uitzending, kwaliteit, inhoud uitzending en golflengte.

De verkenner moet worden aangemoedigd contacten aan te knopen met radiozendamateurs in zijn omgeving.

d. Seinen.

Toon je vaardigheid in een systeem van seinen.

Deze eis moet zo worden verstaan, dat een werkelijke afstand met het seinen wordt overbrugd. Seinen op roepafstand of met behulp van een fluit is zinloos.

Mogelijkheden:

  • Seinsleutel; lamp of vlag
  • Semafoor of rookvuren e.d.

e. Foto’s nemen, ontwikkelen en afdrukken.

Neem foto’s van drie verschillende onderwerpen (bijv. portret, sport en landschap), ontwikkel ze en druk ze af.

Conform de eis.

f. Kennis van huishoudelijke apparaten.

Weet hoe verschillende huishoudelijke apparaten werken en hoe je ze moet onderhouden.

De bedoeling is, dat de verkenner eenvoudige reparaties kan verrichten aan huishoudelijk apparaten.

g. Eindsplits, oogsplits en Turkse knoop.

Conform de eis.

Eindsplitsing

Oogsplitsing

Turkse knoop

Dasring (Turkse knoop)

h. Verzorging artikel voor het sheltertje.

Verzorg alleen of met anderen een mededelingenblad voor de troep of groep.

Deze eis houdt in ieder geval in dat het blad een aantal malen moet verschijnen, waarbij de verkenner een belangrijke rol moet hebben gespeeld bij de totstandkoming (redactioneel en/of technisch).

i. Slijpen van bijlen en aanzetten nieuwe stelen.

Beoefen het slijpen van bijlen en het aanzetten van nieuwe stelen.

Onderzoek

1. Twee van de volgende opdrachten.

a. 450 meter op waterski’s

Leg een afstand van tenminste 450 meter af op waterski’s.

b. Schaatsen, wadlopen of wielrennen.

Lever een prestatie op het gebied van schaatsen, wadlopen of wielrennen.

Schaatsen: een tocht van minstens 35 km op één dag.

Wadlopen: deelname aan een georganiseerde wadlooptocht.

Wielrennen: een tocht van … km in … uur.

c. Pijl en boog.

Schiet met pijl en boog van 25 meter afstand op de schijf van het Nederlands Boogschuttersgilde gemiddeld 4 punten.

d. Zwemmen, 250 meter met snorkel.

Zwem 250 meter aan de oppervlakte en gebruik hierbij een snorkel.

e. Polsstokspringen, 4,50 meter over natte sloot.

Spring met een polsstok over een natte sloot van 4,50 m breed.

f. Verkennervijfkamp, zwemdiploma B.

Behaal het voor jouw leeftijd gestelde aantal punten in de verkennervijfkamp of voldoe aan de eisen voor het zwemdiploma B.

g. Insigne kampeerder of houthakker (houtvesten).

Behaal het insigne kampeerder of houthakker (houtvesten).

h. Nieuwe buitenactiviteit (paardrijden, vissen, tennis, golf o.i.d.).

Beoefen gedurende enige tijd een voor jou nieuwe buitenactiviteit (bijv. paardrijden, vissen, tennis, golf of skelteren).

Nieuwe buitenactiviteiten:

  • Kennis welke nodig is voor het op de goede wijze beoefenen van de gekozen activiteit.
  • Binnen een periode van 2 á 3 maanden twaalf maal deze gekozen buitenactiviteit beoefend hebben.

Avontuur

1. Twee van de volgende opdrachten:

a. Zwerftocht van 24 uur, voedselpakket, gedroogd voedsel.

Leef tijdens een zwerftocht van 24 uur op een door jou samengesteld voedselpakket, dat bestaat uit gedroogd voedsel.

Het gaat bij deze zwerftocht alleen om het gebruik van een door de verkenner zelf samengesteld pakker van gedroogd voedsel. Hierbij wordt bekendheid met voedingswaarde e.d. van de verschillende voedingsmiddelen als eis gesteld. Het voedsel dient zo verpakt te zijn dat het niet nat kan worden, c.q. kan bedreven.

Onder gedroogd voedsel wordt o.a. verstaan: gedroogde appeltjes, gedroogde aardappelen, stokvis, peulvruchten, tuttifrutti, enz.

b. Verkenning klein gebied om een maquette op schaal te maken (bijv. rivier, kanaal).

Verken een klein gebied in de omgeving van je woonplaats of troephuis en maak hiervan een maquette op schaal (bijv.: een rivier, kanaal of weg over een afstand van 1 km).

De maquette kan gemaakt worden met o.a. klei, papier-maché, gips, zand, hout, board e.d.

Als schaal kan het beste genomen worden 1:1000. Als kleuren indien mogelijk de kleuren van de topografische kaart gebruiken.

c. Nieuwe buitenactiviteit beoefenen zoals: archeologie, geologie of natuurconservering.

Beoefen gedurende enige tijd een voor jou nieuwe buitenactiviteit (bijv.: archeologie, geologie of natuurconservering).

Omschrijving:

Onder ‘gedurende enige tijd’ wordt verstaan een dusdanige periode dat de verkenner enkele basis begrippen en/of technieken beheerst.

d. Tocht per kano of roeiboot van tenminste 25 km; twee nachten kamperen.

Maak per kano of roeiboot samen met een verkenner of andere vriend een tocht van tenminste 25 km. Kampeer hierbij gedurende twee nachten op plaatsen die je zelf bepaald.

e. Tocht per fiets (100 km) twee nachten kamperen.

Maak per fiets of bromfiets samen met een verkenner of een andere vriend een tocht van tenminste resp. 100 of 250 km. Kampeer hierbij gedurende twee nachten op plaatsen, die je zelf bepaalt. Onderzoek tijdens de tocht de mogelijkheden voor een patrouillekampje en stel hiervoor een programma op.

f. Zwerftocht te voet van 15 km tussen zonsondergang en zonsopgang; een terrein over een afstand van 3 km met behulp van kompas oversteken. Hiervoor wordt een opdracht verstrekt.

Maak samen met een verkenner of een andere vriend tussen zonsondergang en zonsopgang een zwerftocht te voet van 15 km. Tijdens de tocht moet een terrein over een afstand van 3 km met behulp van het kompas worden overgestoken.

Omschrijving:

Voor deze eis dient een duidelijke opdracht verstrekt te worden, t.a.v. de te volgen route en de plaats waar overnacht kan worden. Het kamperen na deze tocht is echter niet verplicht, maar de omstandigheden zullen dit vaak noodzakelijk maken.

Anderen

1. vier van de volgende opdrachten:

a. Helpen bij de organisatie en uitvoering van gezelligheidbijeenkomsten voor jongens en/of meisjes.

Help bij het organiseren en het uitvoeren van een gezelligheidsbijeenkomst voor jongens en/of meisjes.

Hiermee wordt bedoeld, dat de verkenner een actief aandeel heeft in de voorbereiding en uitvoering van bijv. een schoolfeest, klasse-avond, groepsuitvoering e.d.

b. Maaltijd verzorgen van drie gangen voor 4 personen.

Verzorg (inkopen, koken, serveren) een maaltijd van drie gangen voor vier personen. De maaltijd kan in de open lucht op houtvuur of binnenshuis op gas worden bereid.

Conform de eis.

c. Kamperen met verkenners van andere nationaliteit.

Kampeer met verkenners van een andere nationaliteit, indien mogelijk in het buitenland.

Conform de eis.

d. Cursus volgen of insigne behalen betrekking hebbend op dienstverlening.

Volg een cursus of behaal een insigne betrekking hebbende op dienst verlening.

De te volgen cursus kan zijn een cursus van het jeugd rode kruis of voor één van de insinges.

e. Twee verkenners opleiden in twee eisen insigne 2e klasse.

Leid twee verkenners op in twee eisen voor het insigne tweede klas.

Zie 2e klas onder 3.

f. EHBO-oefening verzorgen voor de troep.

Verzorg een EHBO-oefening voor de troep, met inbegrip van ‘make-up’ voor het namaken van verwondingen.

De imitatieverwondingen moeten van dien aard zijn dat de verkenners in staat geacht mogen worden deze te kunnen behandelen, dus bijv. geen open beenfracturen e.d.

Voor het namaken van de verwondingen kan bijv. gebruik worden gemaakt van stopverf, plakkaatverf, gekleurde vaseline enz. De verkenner dient tevens (via de hopman) te zorgen voor de benodigde verbandmiddelen.

g. Meewerken aan samenstellen en uitvoeren hordeprogramma.

Werk mee aan het samenstellen en uitvoeren van een hordeprogramma.

De verkenner moet een programmabespreking bijwonen en in het programma een actief aandeel hebben.

h. Meedoen aan beatgroep, amateurtoneel, goochelen, koorzang o.i.d.

Doe mee aan een vorm van amateurentertainment (bijv.: een beatgroep, amateurtoneel, goochelen of koorzang).

Conform de eis.

i. Inleiding voor de troep (hulpmiddelen gebruiken).

Houd voor de troep een inleiding over een onderwerp dat je interesse heeft, geïllustreerd met visuele of auditieve hulpmiddelen (bijv.: muziek, zeevaart, luchtvaart, ruimtevaart, kunst of literatuur).

Conform de eis.

j. Bijdrage leveren aan avondprogramma van de troep met gebruik van bandrecorder.

Lever een bijdrage aan een avondprogramma van de troep, waarbij je gebruik maakt van een bandrecorder (bijv.: reportage, klankbeeld of tekst en muziek bij een dia-serie).

Conform de eis.